door Jetty van der Hulst
Het showklaar maken is niet al te moeilijk bij dit ras, het houdt in het wat strakker bijwerken van het hondje. Maar uiteraard moet de hond in een goede harde vacht geshowd worden. Dus alleen vlak voor de show de uitstekende plukjes wegwerken en hoofd, oren, voetjes en de streek rond de anus inkorten. (Dit gedeelte gaat altijd goed kort, omdat dit de hond optisch korter van lichaam maakt) De Griffon absoluut niet wassen voor de show, omdat wassen uiteraard de vacht zachter kan maken. Er moet wel voldoende vacht op de hond zijn, dus een hele trimbeurt mag niet te kort voor het showen plaats vinden. De meeste honden hebben toch zeker een week of tien, twaalf nodig om na een hele plukbeurt weer in vacht te komen.
Bedenk dat de Griffon Bruxellois of Griffon Belge een degelijk stevig hondje is dat een compacte indruk moet maken. Hij mag zeker geen echt getoiletteerde indruk maken zoals een Terrier.
1. Schedel: uitplukken, ook het haar boven de neus en rond de ogen. Er zijn Griffons die een prachtige harde vacht hebben, maar op de schedel dun pluizig haar. Toch proberen te plukken, omdat anders het haar nog zachter zal worden. Soms kan dit in gedeelten worden gedaan na overleg met de eigenaar.
Vanuit het midden werk je steeds meer naar de zijkant van het hoofd tot de buitenste ooghoek en de onderkant van het oor. Het gedeelte onder het oor kun je inkorten.
2. Baard: de baard blijft zitten en valt rond, dus niet als een bij een Fox Terrier naar voren kammen, de baard van de Griffon Bruxellois lijkt meer op een z.g schippersbaard of ringbaard. Het geeft een mooier effect als de grens van de baard wat meer naar achteren is dan de lijn van oog naar kaak. Wel opletten dat er nooit haar blijft zitten boven de lijn van oog naar oor, dus op de schedel. Dit lijkt ingewikkeld, maar foto’s van hoofden bekijken kan veel duidelijk maken.
3. Stop: uitstekend haar wegplukken, ook de haren die hinderlijk voor het oog zijn.
4. Oren: hier zijn de haartjes over het algemeen erg kort. Voorzichtig plukken, indien het niet met de handen lukt, met een fijn getand bot trimmesje. Het haar in de oren uitplukken.
5. Nek, hals en schouder: plukken, maar tussen de voorbenen niet te kort. Voorkomen dat er een inham tussen de voorbenen ontstaat.
6. Voorbenen: plukken, vooral het lange zachte haar moet eruit. De Griffon heeft stevige benen, dus als er wat hard haar op blijft zitten geeft dit een mooi effect. Dit betreft zeker de achterkant van de voorbenen. Wel opletten dat het haar op een natuurlijke manier ingekort is. Dus opletten dat het haar niet gaat lijken op bevedering (zoals de lange haren aan de benen van een Spaniel)
7. Ellebogen: opletten dat het naar buiten groeiend haar weggeplukt is, zodat de ellebogen mooi aansluiten. Maar ook weer opletten dat het niet kaal wordt, er zit meestal geen of weinig haar in de oksels.
8. Rug: plukken, mocht de hond wat iel gebouwd zijn, dan het haar onder de borst iets laten zitten, om deze wat dieper te laten lijken. Deze moet eigenlijk reiken tot aan de ellebogen.
9. Achterbenen: ook hier weer alle lange haren uitplukken, maar om te voorkomen dat de benen te dun gaan lijken, eventueel het haar ietsje langer laten aan de voorrand van het been en het gedeelte van de sprong af naar de voet toe. De achterkant van het been wordt goed kort gemaakt tot aan de sprong.
10. Staartspiegel en staart: het haar bij de staartspiegel (= onder de staart) altijd kort. Liefst plukken, anders de effileerschaar gebruiken. Alle lange uitstekende haren aan de staart wegplukken.
11. Voeten: Alle uitstekende haren wegplukken, indien dit niet mogelijk is, effileren of knippen. De voeten zijn gesloten, dus geen haar tussen de tenen aan de bovenkant weghalen. Indien gewenst kan het haar onder de voetzolen weggeknipt worden